Edwin van der Sar wilde als junior eigenlijk spits worden, maar zijn
lengte bepaalde dat hij op doel moest. Dankzij een tip die Louis van
Gaal kreeg van een kaartvriend kwam Van der Sar op 18-jarige leeftijd
bij Ajax terecht, waar hij langzaam richting eerste elftal groeide.
Nadat Stanley Menzo geblunderd had in de uitwedstrijd tegen Auxerre,
mocht Van der Sar het proberen. Na een onzeker begin, kwam de keeper
steeds beter in vorm.
In die tijd was net de terugspeelregel veranderd, waardoor
meevoetballende keepers noodzaak werden, en dat is nou net de grootste
kracht van de lange keeper uit Voorhout. Van der Sar maakte vervolgens
de topjaren van Ajax mee en was zelfs beslissend in de penaltyserie
tegen het Braziliaanse Grêmio in de wedstrijd om de wereldbeker in
Tokio.
Ook in het Nederlands Elftal is Van der Sar al jaren een vaste waarde,
hij werd luidkeels bejubeld toen hij in de kwartfinale van het WK 1998
een Argentijn een rode kaart aansmeerde. En ook tijdens het EK 2004
bewees hij een penaltykiller te zijn, toen Nederland mede dankzij het
stoppende werk van ‘flappie’ de Zweden versloeg.
In de voorronde voor het WK 2006 bewees Van der Sar keer op keer zijn
waarde, stopte weer een belangrijke penalty en is zelfs uitgegroeid tot
aanvoerder.
De op het WK 2006 verloren wedstrijd tegen Portugal, had voor Van der Sar toch nog een lichtpuntje. Door tijdens die wedstrijd zijn opwachting te maken, speelde hij een interland meer dan Frank de Boer. Hierdoor is hij de huidige lijstaanvoerder van het aantal interlands voor het Nederlands elftal.